• Kinderopvang
  • Gezondheid in al het beleid
  • Gedeeld eigenaarschap
  • Buurt

Vaker lopend en fietsend naar de kinderopvang in JOGG-gemeenten Arnhem en Nijmegen

Schooldirecteuren die constateren dat een aantal kinderen in groep 8 nog steeds niet kunnen fietsen. Gymleraren die zien dat de motorische ontwikkeling al bij 4-jarigen steeds meer achterloopt door bewegingsarmoede. Mobiliteitsambtenaren die de toenemende verkeersdruk, ook rond scholen, willen verlagen. Het zijn allemaal urgente redenen voor gemeenten om lopen en fietsen naar school te stimuleren. Arnhem en Nijmegen gaan een stap verder; ze willen zich ook gaan richten op 0-4 jaar.

“We hebben al een succesvol samenwerkingsmodel om basisschoolleerlingen meer te laten bewegen. Deze aanpak willen we doortrekken naar 0-4 jaar, al is dat nog wel een hele puzzel.”
Kars Deutekom
Programmamanager Bewegen, Gezondheid en Sport, Sportbedrijf Arnhem

Jong geleerd, oud gedaan

De doelstelling om actieve mobiliteit te stimuleren, staat in het mobiliteitsbeleid van veel gemeenten. De focus op kinderen, en zeker op 0 tot 4-jarigen, als specifieke doelgroep is echter relatief nieuw. ‘Kinderen moeten écht meer gaan bewegen,’ zegt Annemieke Molster, stedenbouwkundige en bestuursadviseur mobiliteit bij gemeente Arnhem. Hoe eerder we ze die mogelijkheden bieden, hoe beter. Anders zijn we straks te laat, want gedragsverandering op latere leeftijd is veel lastiger. Lopen is een goede en laagdrempelige optie die altijd en overal kan, bijvoorbeeld naar het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal.’ ‘En omdat ouders jonge kinderen altijd begeleiden, bewegen zij ook meer en boek je dubbel effect,’ vult de Nijmeegse beleidsadviseur Stijn Altena aan.

2 + 1 + 2

Vanuit die gezamenlijk gevoelde urgentie gaat Arnhem in 2019 aan de slag. Kars: ‘We beseften dat we meer bereiken als we samenwerken en begonnen bij de 4 tot 12-jarigen. We stelden een convenant op met een helder gedeeld doel: ‘2+1+2’. Dit staat voor wekelijks vijf uur bewegen: twee uur bewegingsonderwijs, een uur in de schoolpauzes en twee uur voor en na schooltijd. Bijvoorbeeld op de BSO of door te lopen, fietsen of steppen naar school.’ Onderwijsbesturen, Sportbedrijf Arnhem en gemeente ondertekenen het convenant, en steeds meer maatschappelijke partners en beweegaanbieders sluiten zich aan. ‘Ik moet veel lobbyen, maar het lukt. Het Arnhemse Sportakkoord en de nota Gezond en Fit helpen daarbij, net als ons gedeelde doel en de steun van wethouders.’

Lees hier meer over de 2+ 1+ 2 aanpak in Arnhem.

Geen projectdiarree

Het ‘2+1+2’ model fungeert sindsdien als vliegwiel. Arnhem werkt nu vraaggericht en met een langlopende gecombineerde aanpak, in plaats van allerlei losse kortlopende projecten aan te bieden. Kars: ‘In overleg met de school bieden we nu bijvoorbeeld drie jaar lang onder andere fietsvaardigheidslessen, gedragscampagne High Five en fietsreparatiemogelijkheden aan. Tegelijkertijd leggen we een schoolzone aan en maken de schoolroutes veiliger en leuker.’ De nieuwe aanpak maakt echt verschil, en niet alleen omdat leerlingen vaker lopen of fietsen: ‘We weten elkaar beter te vinden waardoor er minder projectdiarree is en meer samenhang. Ook bereiken we kinderen die eerst niet in beeld waren omdat vakdocenten en buurtsportcoaches nu beter samenwerken.’ 

“Met hele praktische dingen kun je ouders al stimuleren. Zoals de kinderwagen kunnen stallen bij de opvang zodat je zelf met het OV verder kan.”
Annemieke Molster
Stedenbouwkundige en bestuursadviseur mobiliteit, gemeente Arnhem

In de kinderschoenen

Een logische vervolgstap is om deze succesvolle aanpak door te trekken naar de allerjongsten. Kars: ‘Al hebben we daarbij wel te maken met nog meer partijen: kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen, GGD’s, consultatiebureaus. Dat maakt samenwerking uitdagend.’ Annemieke: ‘Met hele praktische dingen kun je ouders al stimuleren. Zoals de kinderwagen kunnen stallen bij het kinderdagverblijf zodat je zelf met het OV naar je werk kan. Of al vanuit het consultatiebureau veel meer beweeginformatie meekrijgen.’ Kars: ‘De urgentie is er. Nu moeten we iedereen aan tafel krijgen, het eens worden over ons gedeelde doel, en dit concreet maken zodat we allemaal over hetzelfde praten. Best lastig want iedere partij heeft zo zijn eigen wensen. We hebben nog veel te doen.’

Laaghangend fruit

Nijmegen wil het stimuleren van lopen en fietsen eveneens graag doortrekken naar jongere kinderen. Stijn: ‘Dit staat ook bij ons nog in de kinderschoenen. We stimuleren al wel dat peuters meer bewegen, bijvoorbeeld met een speeltuinenspeurtocht en gratis peutergym. En kinderopvang KION organiseert jaarlijks de Peuter4daagse. De contacten zijn er, binnenkort ga ik met iedereen om de tafel. Wat is het laaghangend fruit, wat kunnen we komend schooljaar al eenvoudig uitvoeren? Kunnen we bijvoorbeeld de High Five campagne uitbreiden naar kinderdagverblijven? De volgende stap is een tweejarige Uitvoeringsagenda Lopen opstellen, waarin we geleerde lessen hieruit meenemen.’

Tips voor andere gemeenten

  1. Werk breed samen: Stel een domeinoverstijgend team samen. Kijk waar en bij wie de energie zit en wie je nodig hebt om iets te bereiken. Het onderwerp raakt meerdere beleidsdomeinen dus betrek deze erbij. Denk aan: onderwijs, gezondheid, welzijn, mobiliteit, sport, veiligheid, leefomgeving. Werk ook samen met maatschappelijke partners en beweegaanbieders.

  2. Formuleer een concreet en helder gezamenlijk doel: Zoek jullie gemene deler. Maak dit doel zo concreet mogelijk en zorg dat je allemaal hetzelfde bedoelt. Wat versta je bijvoorbeeld onder ‘de route moet leuk zijn’? Je werkt makkelijker vanuit verschillende domeinen samen als het gedeelde doel helder is.

  3. Maak het leuk voor kinderen om meer te lopen en fietsen: Werk niet alleen aan veiliger routes, maak ze ook leuk. Vraag kinderen (en bij hele jonge kinderen hun ouders) om zelf mee te denken en beslissen. Arnhem heeft bijvoorbeeld een junior beweegteam. Deze kinderen praten onder andere mee over de invulling van beweegprogramma’s en de inrichting van speelruimtes rond scholen.

  4. Begin alvast klein: Natuurlijk moet er een beleidsplan komen. Maar wacht niet tot dat klaar is. Kijk waar de energie zit en begin alvast op kleine schaal. Daarmee laat je zien wat het effect kan zijn en krijg je meer mensen mee. Doe bijvoorbeeld vast een proef met schoolstraten. Vraag kinderdagverblijven hoe je ze kunt helpen om meer ouders lopend en fietsend hun kind te laten brengen. 

  5. Praat erover met zoveel mogelijk mensen: Vertel waar je mee bezig bent buiten je eigen kring. Praat met buurtsportcoaches, wijkambtenaren, GGD enzovoorts. Zij weten wat er speelt en waar kansen en uitdagingen zitten. Vaak hoor je dan ook over activiteiten en projecten waarop je weer kunt aanhaken.  

Aan de slag

Wil je in jouw gemeente ook aan de slag met actief transport naar de kinderopvang; het zorgen voor een beweegvriendelijke omgeving voor het jongste kind? Ga aan de slag met onderstaande programma's, tools en materialen die jouw werk gemakkelijker maken. 

Gezonde Kinderopvang

Gezonde Kinderopvang helpt kinderopvangorganisaties om structureel te werken aan een gezonde leefstijl voor kinderen van 0-12 jaar. Samenwerking met jou als JOGG-professional versterkt deze aanpak doordat jij kan zorgen voor een doorlopende lijn in gezondheidsbevordering van kinderopvang naar school.

Beweegvriendelijke omgeving

Een beweegvriendelijke omgeving stimuleert mensen om te sporten, te bewegen, te spelen, actief te verplaatsen en te ontmoeten. Denk aan lopen of fietsen naar school, buitenspelen en een potje voetballen. Zo wordt bewegen in de buurt leuk en toegankelijk.

Gemeentelijk beleid in en voor de kinderopvang

Een gezonde omgeving in en rondom de kinderopvang en school begint bij goed gemeentelijk beleid. Als JOGG-beleidsmedewerker speel je een belangrijke rol om gezondheid in al het beleid mee te nemen. We bieden je graag praktische inspiratie en handvatten om gezondheidsthema's in diverse beleidsdomeinen te integreren, met als doel gezondheid structureel in de verschillende domeinen te laten landen.

Gedeeld eigenaarschap

Gedeeld eigenaarschap betekent dat belangrijke werknetpartners zich actief verantwoordelijk voelen voor het gezonder maken van de leefomgeving. Ze pakken hun rol op en nemen hun verantwoordelijkheid ook echt.